D, t of dt?! Werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd

Spellingtips
Foto: Fredrik Rubensson

Veel mensen ergeren zich er aan en toch maakt iedereen ze wel eens: dt-fouten. Je hoeft maar even rond te kijken bij winkels of op het Internet en je ziet zinnen staan als:

“U rijd te hard”
“Onze accessoires vindt je op de 4e etage”

Vandaag laat ik je zien hoe makkelijk je dt-fouten in de tegenwoordige tijd kunt vermijden door gebruik te maken van een paar simpele regels.

Zoek het onderwerp

Moet ik een t toevoegen aan de stam (het hele werkwoord minus -en) of niet? Dat is de hamvraag waar het bij het vervoegen van een werkwoord in de tegenwoordige tijd om gaat.

Om daar achter te komen, hoef je alleen maar te weten wat het onderwerp van de betreffende zin is. Stel jezelf hiervoor de vraag wie of wat er in de zin iets doet of is.

Bijvoorbeeld:
“Jan speelt met blokken” (Jan is het onderwerp, want hij doet iets)
“Het hagelt nu al uren” (Het is het onderwerp, want het is iets)

Pas de juiste regel toe

Nu je het onderwerp van de zin gevonden hebt, is het tijd om de juiste regel toe te passen. Grofweg zijn er twee regels: je zet een t achter de stam òf je zet geen t achter de stam.

Voeg GEEN t toe, als het onderwerp…

  • Ik is. Voorbeeld: "Ik word later directeur"
  • Je/Jij is en achter de persoonsvorm staat. De persoonsvorm is het werkwoord dat verandert als je de zin in een andere tijd zet. Het is tevens het werkwoord dat je wilt vervoegen.
    Voorbeeld:"Meld jij het even?"

Voeg WEL een t toe, als het onderwerp…

  • U is. Voorbeelden: "U wordt geroepen", "Laadt u de auto even in?"
  • Een derde persoon is: hij/zij, namen van personen, dingen of plaatsen, etc. Voorbeeld: "Den Haag luidt de noodklok"
  • Jij/je is en voor de persoonsvorm staat. Voorbeeld: "Jij biedt nu je excuses aan!"
  • </ul> Naast deze regels is het belangrijk om te weten dat je ook een t toevoegt als de stam op een d eindigt. Daarnaast voeg je in de tegenwoordige tijd nooit een d aan de stam toe!

    Let goed op!

    Sommige mensen menen dat als je achter het werkwoord staat, je dan nooit een t aan de stam toevoegt. Dit klopt niet altijd. Bepaal eerst wat het onderwerp in de zin is.
    Als je je kunt vervangen door jij, dan is je het onderwerp en voeg je geen t aan de stam toe. Voorbeeld: "Wat vind je van dit boek?"
    Kun je je echter vervangen door jou of jouw, dan is je geen onderwerp en voeg je dus wel t aan de stam toe. Voorbeeld: "Wat houdt je bezig?"

    De zin heeft geen onderwerp. Wat nu?

    Soms is het onderwerp in een zin weggelaten: "Wordt aan gewerkt". In dat geval is er sprake van een verkorte zin. De werkelijke zin zou dan wellicht "Hier wordt aan gewerkt" geweest kunnen zijn.
    Ook in deze gevallen geldt de regel dat je een t achter de stam toevoegt.

    Maak jij wel eens dt-fouten?!


    Bronnen:
    Onzetaal.nl. D, t of dt? Verkregen: 14 juni 2016.
    Beterspellen.nl. Werkwoorden: d of dt . Verkregen: 14 juni 2016.